Meerhem
📋 BESCHRIJVING
Het Meerhemkanaal (canal du Marais) was het kanaal van 1.219 m lengte, dat voornamelijk de wijk Meerhem doorkruiste en onder deze naam de geest gaf.
Meerhem komt van Merham.
Dit is een verhevenheid in het moeras, waar misschien reeds vroeg een bewoning was.
Onder de wijk Meerhem verstaan wij de Tolhuislaan met haar gehele omgeving.
Vroeger bestond de "Wijk van het Groot Meerhem".
Het woord Meerhem vinden we heden te Gent nog terug in de benaming "Museum Meerhem" en in de straatnaam "Meerhem".
Het Meerhem(-kanaal) stond rechtstreeks in verbinding met de Leie, tussen het Sluizeken en de Oudburg, liep langs de Sluizekenkaai, de Tichelrei, het Fratersplein, de Kartuizerlaan, de Hugo van der Goesstraat en het Neuseplein (huidige straatnamen), alwaar het in rechtstreekse verbinding stond met een oud afleidingskanaal van de Lieve, ook "Veste ter Voghelenzanghe achter de Groene Briel", "Plezante Veste" ("rempart de Plaisance", dit zou in verband staan met een zekere Blaisant) of eenvoudig "Veste" genoemd, gegraven in 1484 als verdedigingsgracht en opgevuld in 1964.
Het Meerhemkanaal stond eveneens in verbinding met het Tolhuisdok, dat op zijn beurt in verbinding stond met de Sassevaart (het huidige Kanaal Gent/Terneuzen) en dat nog steeds in verbinding staat met het Verbindingskanaal (gegraven in 1863 om het Kanaal van Terneuzen met het Kanaal Gent/Oostende te verbinden).
Over de verbinding van het Meerhemkanaal met het afleidingskanaal van de Lieve lag sinds 1904 de Meer-hembrug en over de verbinding met het Tolhuisdok lag de oude Tolhuisbrug (niet te verwarren met de huidige Tolhuisbrug, die in de andere richting ligt en over de verbinding van het Tolhuisdok met het Verbindingskanaal) of Tolbrug.
De aanvang van de vroegere Sassevaart moeten we waarschijnlijk zoeken tussen de huidige Tolhuiskaai en Sassekaai.
Samen met het laatste deel van het Meerhemkanaal maakte het begin van de Sassevaart een wijde bocht rond de heuvel met windmolen ter hoogte ongeveer van de huidige Muidelaan/Lustus de Harduwijnlaan.
Zeven bruggen lagen over het Meerhemkanaal:
Het Meerhemkanaal stond minstens drie maal in verbinding met de Leie:
De Burggravenstroom en de Schipgracht worden veel met elkaar verward. Zij hebben waarschijnlijk elkaar grotendeels overlapt. De Plotersgracht, die liep vanafhet Meerhemkanaal, achter de huizen van Drongenhof en ten noorden van het Gravenkasteel de Lieve kwam vervoegen, wordt soms de oude Burggraven- stroom genoemd. De Burggravenstroom of Burggravenvisserij (Pêcherie des Chätelains) is ten noorden van Gent terug te vinden van Langerbrugge tot voorbij Kluizen. Aan de Burggravenstroom te Evergem bestaat er heden nog een plaats, die men "Meerhem" noemt! De Burggravenstroom, in 1329 door de Stad Gent aangekocht, werd door de Carolijnse Concessie van 1540 verbeurd verklaard en in 1541 door Keizer Karel aan de Gentenaren teruggegeven. Volgens sommigen zou dit de oude Ottogracht geweest zijn (de voortzetting van de Ottogracht te Gent), die te Biervliet in verbinding stond met de zee. Volgens anderen zou de Ottogracht te Othene (ten oosten van Terneuzen) de zee hebben bereikt. Het Meerhemkanaal, van het Fratersplein tot de Leie, werd ook Schipgracht of Schippersgracht genoemd (fossé des Bateliers). Reeds in 1251 was de Schipgracht een verbinding tussen Gent en Zelzate, die vanaf Menleste- de tot Langerbrugge in de oude bedding van de Guudinisgracht liep. Hij werd in 1547 van Gent tot aan Rodenhuize tot Sassevaart vergraven. Voor het graven van het Kanaal van Terneuzen, was het Meerhemkanaal de verbinding tussen de Sassevaart en de Leie.
Het Meerhemkanaal tussen de Leieen de Plotersgracht begrensde samen met de Plotersgracht, de Lieve en de Leie het eiland, dat men Castrum of novum casteliurn heeft genoemd, en, dat naast een versterking, sinds de lOde eeuw reeds een bevolkingsnederzetting van lederbereiders bezat.
Op 9 verschillende plaatsen hebben bruggen toegang verleend tot dit eiland:
De Meersbrug (pont du Pré), afgebroken in 1904, lag op de plaats die nu Tolpoort wordt genoemd, over een waterloopje dat aldaar met het Meerhemka- naal in verbinding stond. Dit waterloopje vormde een eilandje op de plaats, die ingenomen wordt door het tweede deel van de Tolhuislaan. Het kruiste het Berouw onder het Berouwbrugje, vormde terug een eilandje en stond in verbinding met het hogergenoemde Chartreuzenvaardeken.
Aan de Tichelrei mondde de Stadswaterloop nr. 47, die van de Rodelijvekens- straat kwam, uit in het Meerhemkanaal. Volgens het Besluit van de Gemeente- raad van 24.2.1896, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 6.3.1896 werden de gronden voortkomende van de opvulling van deze waterloop ver- kocht aan de aanpalende eigenaars. Was dit misschien "den Steenen Meuten- wal" vermeld op blz. 502 in de "Gids voor oud Gent"? De vroegere molenheuvel zou ons de bocht van het Meerhemkanaal aan de Tichelrei kunnen verklaren! Het Meerhemkanaal werd in drie fasen gedempt. Het gedeelte van het Fraters- plein tot het Neuseplein werd in de jaren 1905-1906 opgevuld met zand voortkomende van de uitgravingen, voor de nieuwe haveninstallaties. Deze dempingswerken werden uitgevoerd ingevolge een ontwerp van gezondmaking van de wijk van het Groot-Meerhem, vastgesteld door de Gemeenteraad in zitting van 7.4.1902 en goedgekeurd door het K.B. van 16.9.1902. Deze demping maakte het voorwerp uit van het lastenkohier nr. 1.038 van 1905 :
"Uitvoeren van voltrekkingswerken aan de nieuwe Zeevaartinrichtingen". Deze demping was voltooitd op 20.7.1906. Het maken van het rioolnet en het uitbreken van de bruggen heeft het voorwerp uitgemaakt van het lastenboek nr. 1.056 van 1906.
De schilderachtige Tichelrei (quai des Tuileries), waarschijnlijk aldus genoemd naar de bakstenen, die per boot van Stekene kwamen en aldaar werden gelost, en volgens sommigen doordat aldaar de kaaimuur reeds vroeg uit tichels bestond, werd om gezondheidsredenen tot verdwijning door opvulling gedoemd inge- volge de beslissing van de Commissie der Monumenten en Stadsgezichten der d Gent in zitting van 11.5.1935, als antwoord op een briefvan het College van Burgemeester en Schepenen van Gent van 27.4.1935. Slechts in de Gemeenteraadszitting van 17.11.1947 werd besloten het gemeentekanaal "Het Meerhem" vanaf de Leie tot aan de Rakelbrug te dempen en een kaaimuur te bouwen aan de Leie (Besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van25.11.1947. De werken vingen aan op 3.12.1947. In uitvoeringvan hetRe- gentsbesluit van 15.7.1950 werd het Meerhemkanaal vanaf de Leie tot het Fra- tersplein van de lijst van de bevaarbare waterlopen geschrapt (Staatsblad van 26.8.1950).
Door het College van Burgemeester en Schepenen van Gent, in zitting van 23.9.1963, werd besloten het laatste deel van het Meerhemkanaal, aan het Neuzeplein, tussen de Tolbrug, de Meerhembrug, de Tolpoort en de fima "Molens VanderStraeten" te dempen (G.R. 21.10.1963- Goedkeuring Bestendige Deputatie 29.11.1963).
Het Koninklijk Besluit van 3.8.1964 tot onbevaarbaarverklaring van het gemeentelijk kanaal "Het Meerhem" verscheen in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1964.
De dempingswerken vingen aan op 20 februari 1967 en waren voltooid op 31 maart 1967.
In april 1988 werden nog resten van de Sluizekensbrug uit de grond gehaald en einde 1988 werd een wandelpad langs de Leie aangelegd vanaf de Zuivelbrug tot de plaats waar het Meerhemkanaal met de Leie in verbinding stond.
Aan het Meerhemkanaal was werkelijk kop noch staart te vinden.
Er was geen rechter- en ook geen linkeroever vermits men in beide richtingen naar de Noordzee kon varen!
O oude waterlopen!
Wie kent er uw ontstaan?
Wie zou het overleven?
Moest gij nog eens vergaan!...
Meerhem komt van Merham.
Dit is een verhevenheid in het moeras, waar misschien reeds vroeg een bewoning was.
Onder de wijk Meerhem verstaan wij de Tolhuislaan met haar gehele omgeving.
Vroeger bestond de "Wijk van het Groot Meerhem".
Het woord Meerhem vinden we heden te Gent nog terug in de benaming "Museum Meerhem" en in de straatnaam "Meerhem".
Het Meerhem(-kanaal) stond rechtstreeks in verbinding met de Leie, tussen het Sluizeken en de Oudburg, liep langs de Sluizekenkaai, de Tichelrei, het Fratersplein, de Kartuizerlaan, de Hugo van der Goesstraat en het Neuseplein (huidige straatnamen), alwaar het in rechtstreekse verbinding stond met een oud afleidingskanaal van de Lieve, ook "Veste ter Voghelenzanghe achter de Groene Briel", "Plezante Veste" ("rempart de Plaisance", dit zou in verband staan met een zekere Blaisant) of eenvoudig "Veste" genoemd, gegraven in 1484 als verdedigingsgracht en opgevuld in 1964.
Het Meerhemkanaal stond eveneens in verbinding met het Tolhuisdok, dat op zijn beurt in verbinding stond met de Sassevaart (het huidige Kanaal Gent/Terneuzen) en dat nog steeds in verbinding staat met het Verbindingskanaal (gegraven in 1863 om het Kanaal van Terneuzen met het Kanaal Gent/Oostende te verbinden).
Over de verbinding van het Meerhemkanaal met het afleidingskanaal van de Lieve lag sinds 1904 de Meer-hembrug en over de verbinding met het Tolhuisdok lag de oude Tolhuisbrug (niet te verwarren met de huidige Tolhuisbrug, die in de andere richting ligt en over de verbinding van het Tolhuisdok met het Verbindingskanaal) of Tolbrug.
De aanvang van de vroegere Sassevaart moeten we waarschijnlijk zoeken tussen de huidige Tolhuiskaai en Sassekaai.
Samen met het laatste deel van het Meerhemkanaal maakte het begin van de Sassevaart een wijde bocht rond de heuvel met windmolen ter hoogte ongeveer van de huidige Muidelaan/Lustus de Harduwijnlaan.
Zeven bruggen lagen over het Meerhemkanaal:
- De Sluizekensbrug (in plaatsvan "pont aux Ecluses" had de vertaling moeten luiden : "pont de l'Ecluse") lag tussen de Oudburg en het Sluizeken en werd ook de Nieuwe Schaapbrug genoemd. Vroeger was hier de Waterpoort, voorzien van een kleine sluis om het waterpeil te regelen;
- De Sleutelkensbrug (pont des petites Clefs) lag tussen de Lange Steenstraat en de Grauwpoortstraat De Grauwpoort zelf stond niet ver van het begin van de Sleepstraat. Misschien had haar naam verband met de grauwwerkers of pelsmakers, die zoals de ploters en de huidevetters wellicht in deze omgeving zullen gewoond hebben ! De vraag is nog : of het de grauwwer- . kers zijn, die hun naam aan de poort hebben gegeven, ofwel, of het de Grauwpoort is, die haar naam aan de pelsmakers heeft gegeven? En waren deze grauwwerkers soms geen verwerkers van het schapevacht? Vroeger was hier de Schaappoort met de Schaapbrug. Ze werd Sleutelkensbrug genoemd naar de herberg en brouwerij "Inden scleutelle over de scaepbrugghe", vermeld in het Gildeboek van de Pijnders van 1494. De gevelsteen "De drie Sleutels" is het uithangbord, dat men heden nog kan zien aan de gevel van het huis, naast de gewezen brug. Op zijn beurt zinspeelde dit uithangbord voorzeker op het feit, dat hier in de omgeving iedere avond drie poorten moesten gesloten worden : de Waterpoort, de Schaappoort en de Grauwpoort. Het plein tussen deze drie poorten noemde men Tussenpoorten. In de tijd dat hier turf werd gelost noemde men dit plein de Tortbriel en later noemde men het ook de Zeeuwsen aard. Het was o.a. aan de Sluizekenkaai dat koopwaar werd geladen en gelost;
- De Chartreuzenbrug (pont des Chartreux) lag waar nu het Fratersplein gelegen is, ongeveer op de plaats waar heden het standbeeld van Pieter van Gent staat, rechtover de ingang van "Sint-Jan de Deo". Het was hier, dat wasvrouwen destijds de was kwamen doen op platte schepen, een soort van ponten, spoelbo- ten genoemd. V an 8.4.1798 tot 1802 heette deze brug Onthoudingsbrug (pont de l'Abstinence). In verband met het Fratersplein schrijft Jaak Brebels op blz. 206 van de Ghendtsche Tydinghen 1972 het volgende : "...Een akte van 16.10.1556 vermeldde dat men een nieuwe kaai voltooide voor het klooster van de Derde- Ordelingen. Deze plaats werd meteen ook aangewezen voor het lossen van goederen met "de kraan" en "de weegschaal"...;
- De Meester-Gillisbrug in de Gillis Coppinsstraat (vroeger Meester Gillisstraat geheten en dikwijls verkeer- delijk Sint-Gillisstraat geheten). In 1544-1545 werd hier, door meester-metse- laar Gillis Coppins een brug gemaakt. Na het opvullen van het Meerhemkanaal aldaar, werd de Gillis Coppinsstraat verlengd op de ontstane vage grond;
- De Halsbrekersbrug (pont des Casse-cou) was aan de herberg en brouwerij "In de Wan", schuin tegenover Heilig-Kerstkerk, gelegen;
- De Platte Stegersbrug (pont de l'Escalier uni) moet ongeveer ter hoogte van de huidige Frans Rens- straat gelegen hebben;
- De Zatebrug of Werfbrug (pont du Chantier), ge- noemd naar de toen nabijgelegen scheepstimmerwerf (volgens de "van Dale" is het woord zate o.a. een Zuidnederlands woord voor scheepstimmerwerf), was dichtbij de Justus de Harduwijnlaan gelegen. De scheepstimmerwerf zelf bevond zich waarschijnlijk aan het Neuseplein, op de plaats waar nu het moderne appartementsgebouw ten behoeve van valide bejaarde echtparen staat.Zoals gebouwen vroeger vaak uit de grondvesten en het puin van voorgaande gebouwen verrezen, zo werden oude waterlopen vaak tot nieuwe vergraven en kregen dan plaatselijk een nieuwe naam. Op andere plaatsen bleef de oude benaming soms bewaard. Dit was waarschijnlijk meerdere malen het geval met de hier besproken waterloop. De geschiedenis van het Meerhemkanaal is een ingewikkelde historie, die niet volledig te achterhalen is!
Het Meerhemkanaal stond minstens drie maal in verbinding met de Leie:
- Zoals hoger gezegd tussen de Oudburg en het Sluizeken;
- Langs de Plotersgracht of Leertouwersgracht (fossé des Corroyeurs), gegraven rond 867 en overwelfd 1870/1872 en nog niet zo lang geleden gedeeltelijk terug blootgelegd, en de Lieve;
- Langs het waterloopje van het vroegere Sint-Jakobsgodshuis, dat men de "Oude Leie", de "H. Kerstvaart" of "cours d'eau St.-Sauveur" en ook het "Huidevetterken" heeft genoemd. Dit waterloopje stond in verbin- ding met de Leie, rechtover het Nieuwland, liep onder het Groenbrugje door, splitste zich om het Sint-Jakobsgodshuis te omarmen en vloeide opnieuw samen. Vervolgens ging een oostelijke arm noordwaarts andere waterloopjes vervoegen terwijl een westelijke arm onder de "Oude Muidebrug" de Sleep- straat dwarste ongeveer ter hoogte van de huidige gebouwen met als huisnum- mers 186/192 en 189/201 (vroeger was daar het einde van de Sleepstraat) en het Meerhemkanaal ging vervoegen aan de huidige Kartuizerlaan. Behalve het hogervermelde Groenbrugje lagen nog twee Groenbrugjes over het Ruidevet- terken en gaven aldus toegang tot de Groenstraat. Aan het einde van de vroegere Sint-Jakobs Godshuisham lag de Sint-Jakobs Godshuisbrug (ter hoogte van het huidige Godshuishammeke nrs. 22/29). Twee Huydevetterken-bruggen lagen inhetvroegereHuydevetterken,datliepvanafdehuidigeSleepstraatnr. 174tot aan het Nieuwland. Bij het terug blootleggen van een klein deel van het waterloopje nog niet zo lang geleden, vond men één van deze twee brugjes terug. Het ligt achter de rode bakstenen muur, zichtbaar vanaf het hek, Sleep- straat nr. 174. De tweede Huydevetterken-brug is te zoeken aan het Godshuis- hammeke, niet ver van het Nieuwland. We moeten echter opmerken, dat het Meerhemkanaal nooit de naam Leie zal gehad hebben. Onze voorouders hebben immers de naam Leie (Legia) gegeven aan de nieuwe waterloop, die ontstaan is nadat zij zelf delen van natuurlijke waterlopen hebben verbreed, uitgediept en met elkaar verbonden.
De Burggravenstroom en de Schipgracht worden veel met elkaar verward. Zij hebben waarschijnlijk elkaar grotendeels overlapt. De Plotersgracht, die liep vanafhet Meerhemkanaal, achter de huizen van Drongenhof en ten noorden van het Gravenkasteel de Lieve kwam vervoegen, wordt soms de oude Burggraven- stroom genoemd. De Burggravenstroom of Burggravenvisserij (Pêcherie des Chätelains) is ten noorden van Gent terug te vinden van Langerbrugge tot voorbij Kluizen. Aan de Burggravenstroom te Evergem bestaat er heden nog een plaats, die men "Meerhem" noemt! De Burggravenstroom, in 1329 door de Stad Gent aangekocht, werd door de Carolijnse Concessie van 1540 verbeurd verklaard en in 1541 door Keizer Karel aan de Gentenaren teruggegeven. Volgens sommigen zou dit de oude Ottogracht geweest zijn (de voortzetting van de Ottogracht te Gent), die te Biervliet in verbinding stond met de zee. Volgens anderen zou de Ottogracht te Othene (ten oosten van Terneuzen) de zee hebben bereikt. Het Meerhemkanaal, van het Fratersplein tot de Leie, werd ook Schipgracht of Schippersgracht genoemd (fossé des Bateliers). Reeds in 1251 was de Schipgracht een verbinding tussen Gent en Zelzate, die vanaf Menleste- de tot Langerbrugge in de oude bedding van de Guudinisgracht liep. Hij werd in 1547 van Gent tot aan Rodenhuize tot Sassevaart vergraven. Voor het graven van het Kanaal van Terneuzen, was het Meerhemkanaal de verbinding tussen de Sassevaart en de Leie.
Het Meerhemkanaal tussen de Leieen de Plotersgracht begrensde samen met de Plotersgracht, de Lieve en de Leie het eiland, dat men Castrum of novum casteliurn heeft genoemd, en, dat naast een versterking, sinds de lOde eeuw reeds een bevolkingsnederzetting van lederbereiders bezat.
Op 9 verschillende plaatsen hebben bruggen toegang verleend tot dit eiland:
- De Sluizekensbrug over de Schipgracht (het Meerhemkanaal);
- De Veirdambrug over de Ploters- gracht in Drongenhof;
- Het Patersholbrugje over de Plotersgracht rechtover de Rodekoningstraat;
- De Kuipersbrug over de Plotersgracht in de Vrouwe- broersstraat;
- Het Taverniers- of Zeugebrugje over de Plotersgracht aan de Zeugsteeg;
- DeBurggravenbrugofSint-ElooibrugoverdePlotersgracht(ook Burggravenstroom genoemd) in de Geldmunt;
- De Hoofdbrug over de Lieve aan het Gravensteen. Heden is het mij overduidelijk waarom deze brug de"Hoofdbrug" heet. Voor de bewoners van het Gravensteen was ze waarschijnlijk de bijzonderste!;
- De Vleeshuisbrug over de Leie;
- De Zuivelbrug over de Leie. Men heeft de Plotersgracht eveneens "Zevenbrugge" genoemd. Zou dit veeleer geen betrekking hebben op het eiland, dat op een bepaald moment langs zeven bruggen te bereiken zal geweest zijn?
De Meersbrug (pont du Pré), afgebroken in 1904, lag op de plaats die nu Tolpoort wordt genoemd, over een waterloopje dat aldaar met het Meerhemka- naal in verbinding stond. Dit waterloopje vormde een eilandje op de plaats, die ingenomen wordt door het tweede deel van de Tolhuislaan. Het kruiste het Berouw onder het Berouwbrugje, vormde terug een eilandje en stond in verbinding met het hogergenoemde Chartreuzenvaardeken.
Aan de Tichelrei mondde de Stadswaterloop nr. 47, die van de Rodelijvekens- straat kwam, uit in het Meerhemkanaal. Volgens het Besluit van de Gemeente- raad van 24.2.1896, goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 6.3.1896 werden de gronden voortkomende van de opvulling van deze waterloop ver- kocht aan de aanpalende eigenaars. Was dit misschien "den Steenen Meuten- wal" vermeld op blz. 502 in de "Gids voor oud Gent"? De vroegere molenheuvel zou ons de bocht van het Meerhemkanaal aan de Tichelrei kunnen verklaren! Het Meerhemkanaal werd in drie fasen gedempt. Het gedeelte van het Fraters- plein tot het Neuseplein werd in de jaren 1905-1906 opgevuld met zand voortkomende van de uitgravingen, voor de nieuwe haveninstallaties. Deze dempingswerken werden uitgevoerd ingevolge een ontwerp van gezondmaking van de wijk van het Groot-Meerhem, vastgesteld door de Gemeenteraad in zitting van 7.4.1902 en goedgekeurd door het K.B. van 16.9.1902. Deze demping maakte het voorwerp uit van het lastenkohier nr. 1.038 van 1905 :
"Uitvoeren van voltrekkingswerken aan de nieuwe Zeevaartinrichtingen". Deze demping was voltooitd op 20.7.1906. Het maken van het rioolnet en het uitbreken van de bruggen heeft het voorwerp uitgemaakt van het lastenboek nr. 1.056 van 1906.
De schilderachtige Tichelrei (quai des Tuileries), waarschijnlijk aldus genoemd naar de bakstenen, die per boot van Stekene kwamen en aldaar werden gelost, en volgens sommigen doordat aldaar de kaaimuur reeds vroeg uit tichels bestond, werd om gezondheidsredenen tot verdwijning door opvulling gedoemd inge- volge de beslissing van de Commissie der Monumenten en Stadsgezichten der d Gent in zitting van 11.5.1935, als antwoord op een briefvan het College van Burgemeester en Schepenen van Gent van 27.4.1935. Slechts in de Gemeenteraadszitting van 17.11.1947 werd besloten het gemeentekanaal "Het Meerhem" vanaf de Leie tot aan de Rakelbrug te dempen en een kaaimuur te bouwen aan de Leie (Besluit van het College van Burgemeester en Schepenen van25.11.1947. De werken vingen aan op 3.12.1947. In uitvoeringvan hetRe- gentsbesluit van 15.7.1950 werd het Meerhemkanaal vanaf de Leie tot het Fra- tersplein van de lijst van de bevaarbare waterlopen geschrapt (Staatsblad van 26.8.1950).
Door het College van Burgemeester en Schepenen van Gent, in zitting van 23.9.1963, werd besloten het laatste deel van het Meerhemkanaal, aan het Neuzeplein, tussen de Tolbrug, de Meerhembrug, de Tolpoort en de fima "Molens VanderStraeten" te dempen (G.R. 21.10.1963- Goedkeuring Bestendige Deputatie 29.11.1963).
Het Koninklijk Besluit van 3.8.1964 tot onbevaarbaarverklaring van het gemeentelijk kanaal "Het Meerhem" verscheen in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1964.
De dempingswerken vingen aan op 20 februari 1967 en waren voltooid op 31 maart 1967.
In april 1988 werden nog resten van de Sluizekensbrug uit de grond gehaald en einde 1988 werd een wandelpad langs de Leie aangelegd vanaf de Zuivelbrug tot de plaats waar het Meerhemkanaal met de Leie in verbinding stond.
Aan het Meerhemkanaal was werkelijk kop noch staart te vinden.
Er was geen rechter- en ook geen linkeroever vermits men in beide richtingen naar de Noordzee kon varen!
O oude waterlopen!
Wie kent er uw ontstaan?
Wie zou het overleven?
Moest gij nog eens vergaan!...
Bron:
Wikipedia
Ghendtsche tydinghen 1997 ehc 787672 1997
Wikipedia
Ghendtsche tydinghen 1997 ehc 787672 1997
🚣 PEDDEL-INFO
...
❌ ONERVAREN
Op het Meerhem te Gent heb ik nog niet gepeddeld, het kanaaltje is immers helemaal verdwenen en dus niet meer te bevaren.
Heb jij nog wat extra informatie over dit verdwenen kanaaltje?
Mail je mij dan wat meer informatie over het Meerhem te Gent?
Dankjewel!
📷 FOTO'S
🎞️ OUDE FOTO'S
👨💻 LINKS
Lees de disclaimer!
Contacteer me alsjeblieft als je mijn foto's wenst te gebruiken. Please contact me for using my pictures. |