Schelde
De Schelde als een kabbelend beekje dat helaas hier ook al vervuild is door plaatselijke lozingen van huishoudelijk afvalwater
📋 BESCHRIJVING (klik om te openen)
De Schelde -of in het Frans ook gekend als Escaut- is een rivier die ontspringt in de gemeente Gouy in Noord-Frankrijk en door Henegouwen en Vlaanderen via Antwerpen naar de Noordzee stroomt.
De totale lengte van deze rivier is 350 kilometer.
De rivier heeft een verval van 95 meter, waarvan 79 meter op Frans grondgebied.
In de loop der jaren werd het stroomgebied van de Schelde onderverdeeld in drie trajecten:
De totale lengte van deze rivier is 350 kilometer.
De rivier heeft een verval van 95 meter, waarvan 79 meter op Frans grondgebied.
In de loop der jaren werd het stroomgebied van de Schelde onderverdeeld in drie trajecten:
Bovenschelde (zonder getijde, tot het centrum van Gent)
De Bovenschelde is het deel vanaf de bron tot in Gent, tot aan de sluis van Gentbrugge. De rivier heeft dan al een lengte van 185 kilometer. Dit gedeelte van de rivier ondervindt geen getijdewerking (meer) door die sluis van Gentbrugge. Zeeschelde (met getijde, van het centrum Gent tot de Nederlandse grens)
De Zeeschelde is het deel van Gent dat via Antwerpen tot aan de Nederlandse grens loopt, heet de Zeeschelde. Vanaf hier ondergaat de Schelde voor het eerst de werking van het getij. Westerschelde (met getijde, van de Nederlandse grens tot de monding in de Noordzee)
Voorbij de Belgische-Nederlandse grens begint de brede zeearm van de Westerschelde. Via Terneuzen, Breskens en Vlissingen mondt die uit in de Noordzee. Samen met de Zeeschelde vormt de Westerschelde het Schelde-estuarium, dat onder invloed staat van het getij. |
De bron van de Schelde ligt bij Gouy-Le-Câtelet op het Plateau van Saint-Quentin.
Het domein waarop de bron ligt was sinds 1984 (voor de helft) in het bezit van de European Shipping Press Association (Espa), een Antwerpse beroepsvereniging.
De aankoop werd gefinancierd met de verkoop van een daarvoor ontworpen penning die destijds 750 frank (omgerekend 18,60 euro) kostte.
Omdat Espa later besloot dat het beheer van de Scheldebron geen kerntaak is voor een persvereniging, stelde het voor zijn aandeel over te dragen aan het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.
Dat gebeurde eind 2008.
Op 1 september 2016 bezochten we de bron van de Schelde waarvan hieronder enkele beelden...
Het domein waarop de bron ligt was sinds 1984 (voor de helft) in het bezit van de European Shipping Press Association (Espa), een Antwerpse beroepsvereniging.
De aankoop werd gefinancierd met de verkoop van een daarvoor ontworpen penning die destijds 750 frank (omgerekend 18,60 euro) kostte.
Omdat Espa later besloot dat het beheer van de Scheldebron geen kerntaak is voor een persvereniging, stelde het voor zijn aandeel over te dragen aan het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.
Dat gebeurde eind 2008.
Op 1 september 2016 bezochten we de bron van de Schelde waarvan hieronder enkele beelden...
De rivier bestaat dus uit drie delen waaronder de Bovenschelde.
Dat is het deel vanaf haar bron tot aan Gent waar ze samenvloeit met de Leie.
De lengte van dit gedeelte is circa 185 kilometer en hier is geen getijde merkbaar.
Het tweede deel is de Zeeschelde of Benedenschelde vanaf Gent tot aan de Nederlandse grens en als laatste de Westerschelde die via Terneuzen, Breskens en Vlissingen in de Noordzee uitmondt.
De Zeeschelde en de Westerschelde vormen samen een estuarium, waar het getij wel merkbaar is.
Ook een aantal zijrivieren (de tij- Durme en de Rupel) behoort tot het estuarium en ondervindt getijdeninvloed.
De Benedenschelde wordt onderverdeeld in een brak gedeelte en een zoet gedeelte.
De grens tussen het brakke en zoete gedeelte van de Benedenschelde bevindt zich stroomopwaarts van Antwerpen.
Deze grens is door de stroming en het getij variërend in tijd.
Bij hoog wasdebiet verschuift de grens naar meer stroomafwaarts en omgekeerd.
Bij extreem laag wasdebiet kan deze grens zelfs Temse bereiken.
Door de vernauwing van de bedding en de afname van de diepte ondergaat het vloedwater een opstuwing.
De hoogwaters worden hoger naarmate ze de stroom dieper binnendringen.
Nabij de Durmemonding bereikt het hoogwaterpeil een maximum.
Maar weerstand en wrijvingsverliezen doen die opstuwing uiteindelijk teniet.
In Antwerpen kan het getijverschil oplopen tot ruim 5 meter, ter hoogte van Gent is dat nog 2 meter.
Het getij op de Schelde is afgeleid van het getij op de Noordzee, dat op zijn beurt het gevolg is van het getij op de Atlantische Oceaan.
De getijgolf, ontstaan op de Atlantische Oceaan, dringt namelijk langs Schotland en door het Kanaal en het nauw van Calais de Noordzee binnen.
Vanaf de Scheldemonding dringt het tij als een langgerekte vloedgolf het estuarium binnen.
Via de Schelde plant de golf zich stroomopwaarts voort, de Durme en de Rupel op en via deze rivier naar de Nete, de Dijle en de Zenne.
Bij tijgevoelige rivieren is de duur van de vloed (opkomend tij) verschillend van die van het eb (afgaand tij).
Vloed duurt ongeveer 5 uur, eb duurt 7 uur.
Dat komt omdat ook oppervlaktewater afgevoerd wordt.
Het ebvolume is groter dan het vloedvolume en er is meer tijd nodig om al dat water af te voeren.
Door het asymmetrische getij is de vloedstroming sterker dan de ebstroming, waardoor de slibinvoer groter is dan de slibafvoer.
Er wordt dus slib afgezet.
De verlanding versnelt zodat er meer gebaggerd moet worden, waardoor het water nog gemakkelijker landinwaarts kan stromen.
Door aanpassingen van de Schelde kan het normale getij zich niet meer verliezen in talloze kreken en polders.
Hierdoor stuwt het vloedwater steeds dieper het land in en zorgt stroomopwaarts voor overstromingsgevaar.
Enkele aanpassingen die een invloed hebben op het getij:
Al die elementen hebben een (al dan niet even grote) invloed op het verloop van de hoogwaterstanden in het Zeescheldebekken.
Door het broeikaseffect stijgt de zeespiegel langzaam, ook een factor met gevolgen voor de omvang van de vloedstroom.
Voor de scheepvaart werden veel meanders van de Schelde afgesneden.
Ook de natuur was er soms zelf oorzaak van dat de rivier een andere weg ging volgen, zoals bij de Oude Schelde te Bornem.
Dat is het deel vanaf haar bron tot aan Gent waar ze samenvloeit met de Leie.
De lengte van dit gedeelte is circa 185 kilometer en hier is geen getijde merkbaar.
Het tweede deel is de Zeeschelde of Benedenschelde vanaf Gent tot aan de Nederlandse grens en als laatste de Westerschelde die via Terneuzen, Breskens en Vlissingen in de Noordzee uitmondt.
De Zeeschelde en de Westerschelde vormen samen een estuarium, waar het getij wel merkbaar is.
Ook een aantal zijrivieren (de tij- Durme en de Rupel) behoort tot het estuarium en ondervindt getijdeninvloed.
De Benedenschelde wordt onderverdeeld in een brak gedeelte en een zoet gedeelte.
De grens tussen het brakke en zoete gedeelte van de Benedenschelde bevindt zich stroomopwaarts van Antwerpen.
Deze grens is door de stroming en het getij variërend in tijd.
Bij hoog wasdebiet verschuift de grens naar meer stroomafwaarts en omgekeerd.
Bij extreem laag wasdebiet kan deze grens zelfs Temse bereiken.
Door de vernauwing van de bedding en de afname van de diepte ondergaat het vloedwater een opstuwing.
De hoogwaters worden hoger naarmate ze de stroom dieper binnendringen.
Nabij de Durmemonding bereikt het hoogwaterpeil een maximum.
Maar weerstand en wrijvingsverliezen doen die opstuwing uiteindelijk teniet.
In Antwerpen kan het getijverschil oplopen tot ruim 5 meter, ter hoogte van Gent is dat nog 2 meter.
Het getij op de Schelde is afgeleid van het getij op de Noordzee, dat op zijn beurt het gevolg is van het getij op de Atlantische Oceaan.
De getijgolf, ontstaan op de Atlantische Oceaan, dringt namelijk langs Schotland en door het Kanaal en het nauw van Calais de Noordzee binnen.
Vanaf de Scheldemonding dringt het tij als een langgerekte vloedgolf het estuarium binnen.
Via de Schelde plant de golf zich stroomopwaarts voort, de Durme en de Rupel op en via deze rivier naar de Nete, de Dijle en de Zenne.
Bij tijgevoelige rivieren is de duur van de vloed (opkomend tij) verschillend van die van het eb (afgaand tij).
Vloed duurt ongeveer 5 uur, eb duurt 7 uur.
Dat komt omdat ook oppervlaktewater afgevoerd wordt.
Het ebvolume is groter dan het vloedvolume en er is meer tijd nodig om al dat water af te voeren.
Door het asymmetrische getij is de vloedstroming sterker dan de ebstroming, waardoor de slibinvoer groter is dan de slibafvoer.
Er wordt dus slib afgezet.
De verlanding versnelt zodat er meer gebaggerd moet worden, waardoor het water nog gemakkelijker landinwaarts kan stromen.
Door aanpassingen van de Schelde kan het normale getij zich niet meer verliezen in talloze kreken en polders.
Hierdoor stuwt het vloedwater steeds dieper het land in en zorgt stroomopwaarts voor overstromingsgevaar.
Enkele aanpassingen die een invloed hebben op het getij:
- de bedijking in Vlaanderen (Sigmaplan) en Nederland (Deltaplan) (die bijna afgerond zijn)
- het rechttrekken van bochten (wat vandaag niet meer gebeurt in het Schelde-estuarium)
- het uitbaggeren van de vaargeul stroomafwaarts Antwerpen (wat nog altijd verdergaat)
- het verminderen van de komberging waardoor de opvangmogelijkheid van het teveel aan water verkleint (alhoewel er momenteel plannen zijn om land terug te geven aan de Schelde)
Al die elementen hebben een (al dan niet even grote) invloed op het verloop van de hoogwaterstanden in het Zeescheldebekken.
Door het broeikaseffect stijgt de zeespiegel langzaam, ook een factor met gevolgen voor de omvang van de vloedstroom.
Voor de scheepvaart werden veel meanders van de Schelde afgesneden.
Ook de natuur was er soms zelf oorzaak van dat de rivier een andere weg ging volgen, zoals bij de Oude Schelde te Bornem.
Leuk is de vergelijking op de oude Ferrariskaart tegenover de huidige satellietbeelden.
De vergelijking bewijst ook hoe gedetailleerd de Ferrariskaart van toen was...
Hieronder: een verdwenen meander in Wetteren en daaronder een verdwenen meander in Appels nabij Dendermonde.
De vergelijking bewijst ook hoe gedetailleerd de Ferrariskaart van toen was...
Hieronder: een verdwenen meander in Wetteren en daaronder een verdwenen meander in Appels nabij Dendermonde.
Bron:
Wikipedia
Vol van water
Scheldenet
Wikipedia
Vol van water
Scheldenet
Om het overzichtelijk te maken en te houden vind je specifieke informatie over elk deeltraject van de Schelde op een aparte webpagina:
De Bovenschelde is het deel vanaf de bron tot in Gent, tot aan de sluis van Gentbrugge.
De rivier heeft dan al een lengte van 185 kilometer.
Dit gedeelte van de rivier ondervindt geen getijdewerking (meer) door die sluis van Gentbrugge.
De rivier heeft dan al een lengte van 185 kilometer.
Dit gedeelte van de rivier ondervindt geen getijdewerking (meer) door die sluis van Gentbrugge.
De Zeeschelde is het deel van Gent dat via Antwerpen tot aan de Nederlandse grens loopt, heet de Zeeschelde.
Vanaf hier ondergaat de Schelde voor het eerst de werking van het getij.
Vanaf hier ondergaat de Schelde voor het eerst de werking van het getij.
Voorbij de Belgische-Nederlandse grens begint de brede zeearm van de Westerschelde.
Via Terneuzen, Breskens en Vlissingen mondt die uit in de Noordzee.
Samen met de Zeeschelde vormt de Westerschelde het Schelde-estuarium, dat onder invloed staat van het getij.
Via Terneuzen, Breskens en Vlissingen mondt die uit in de Noordzee.
Samen met de Zeeschelde vormt de Westerschelde het Schelde-estuarium, dat onder invloed staat van het getij.
Lees de disclaimer!
Contacteer me alsjeblieft als je mijn foto's wenst te gebruiken. Please contact me for using my pictures. |